Het beleidskader
Het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte 2022-2026 (IBOR) vormt het beleidskader voor het onderhoud van de civiele kunstwerken. Met het vastgestelde beleidsplan zijn het gewenste onderhoudsniveau en de benodigde financiële middelen vastgelegd.
Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
Wat valt er onder dit kapitaalgoed
Scope: vervanging en instandhouding van: |
|---|
Verkeers- en duikerbruggen |
Fiets- en voetgangersbruggen |
Tunnels |
Kademuren en steigers |
Overkluizingen |
Duikers |
Wat we beheren
Wat | Areaal / aantallen |
|---|---|
Verkeersbruggen | 11 |
Duikerbruggen | 17 |
Fiets- en voetgangersbruggen | 27 |
Tunnels | 6 |
Kademuren | 27 |
Overkluizing | 1 |
Steigers | 24 |
Duikers | 675 |
Welke kwaliteit we realiseren
De volgende beeldkwaliteitsniveaus gelden voor de civiele kunstwerken in gemeente Dalfsen (IBOR):
Functiegebied | Civiele kunstwerken |
|---|---|
Alle functiegebieden: dorpscentra, hoofdinfrastructuur, begraafplaatsen, woonwijken, bedrijventerreinen, recreatie en sport, maatschappelijk & dienstverlening, buitengebied | B |
De technische staat van de openbare ruimte, dus ook van Civiele kunstwerken, heeft minimaal niveau B en is duurzaam, heel en veilig. Civiele kunstwerken scoren qua beeldkwaliteit goed zo blijkt uit de beeldschouw van mei 2025.
Elke vier jaar worden civiele kunstwerken technisch geïnspecteerd. Op basis van de inspectie uit 2021 is er een vervangingsplanning gemaakt. Zie verderop in deze paragraaf voor nadere informatie. Er is geen sprake van achterstallig of uitgesteld onderhoud. Wel kunnen op basis van onderhouds- en monitoringsinspecties nieuwe en gewijzigde werkzaamheden worden vastgesteld.
Één van de risico's waar we in de praktijk soms tegenaan lopen is dat tegen het einde van de technische levensduur van kunstwerken de kwaliteit relatief sneller achteruitgaat dan in de voorafgaande periode. Dit vraagt dan bijstelling in de planning om risico's t.a.v. bijvoorbeeld de veiligheid te voorkomen. De financiële effecten daarvan lichten we toe in de P&C-cyclus. Ook kan bij de voorbereiding van bijvoorbeeld wegwerkzaamheden blijken dat het nodig of wenselijk is een vervanging van een civiel kunstwerk eerder uit te voeren dan gepland, bijvoorbeeld om tweemaal hinder voor de omgeving te voorkomen of om veiligheid te waarborgen. Ook dit kan bijstelling in de planning vragen. In de toekomst willen we hier meer zicht en grip op krijgen en in het nieuwe IBOR zal hier aandacht aan besteed worden en doen we voorstellen voor maatregelen en/of (proces-)aanpak.
Financiële consequenties beleidsdoel
Het budget voor civiele kunstwerken (‘Bruggen’) is opgedeeld in een regulier budget en budget voor groot onderhoud. Onderstaande budgetten zijn gebaseerd op het meerjarenplan civiele kunstwerken 2023-2028 zoals dat is opgenomen bij het vaststellen van het MJOP Openbare Ruimte in de raadsvergadering van 24 april 2023 en 16 december 2024.
Onderhoudslasten (x € 1.000) begrotingsjaar > | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Groot onderhoud toevoeging aan de voorziening | 75 | 75 | 75 | 75 |
Groot onderhoud exploitatielasten | - | - | - | - |
Klein onderhoud exploitatielasten | 15 | 15 | 28 | 29 |
Overige onderhoudslasten (energie) | 4 | 4 | 4 | 4 |
Kapitaallasten investeringen | 0 | 0 | 38 | 38 |
Totaal onderhoudslasten | 94 | 94 | 176 | 176 |
Totaal exploitatiebaten | - | - | - | - |
Voorziening groot onderhoud (x € 1.000) begrotingsjaar > | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Stand per 1 januari | 75 | 36 | 25 | -9 |
Toevoeging voorziening groot onderhoud | 75 | 75 | 75 | 75 |
Onttrekking voorziening groot onderhoud | -114 | -86 | -109 | -61 |
Stand per 31 december | 36 | 25 | -9 | 5 |
In het MJOP zijn de vervangingen van Civiele Kunstwerken voor de periode 2025 tot en met 2034 in beeld gebracht. T.o.v. de investeringsplanning van de begroting 2025-2028 is in het MJOP een wijziging doorgevoerd. Deze wijziging is meegenomen in de PPN en verwerkt in het investeringsplan van de begroting. De vervangingsinvesteringen voor 2026 t/m 2029 en de kapitaallasten daarvan zijn verwerkt in het investeringsplan van deze begroting, zie de bedragen in de tabel hieronder. De kosten in 2026 zijn voorbereidingskosten die we voorzien in 2026.
Investeringen (x € 1.000) jaar > | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Investering kapitaalgoed | 300 | 950 | 425 | |
Kapitaallasten van deze investering | 38 | 38 |